Kleuters mogen vanaf hun vierde verjaardag elke dag naar school. Dan is alles nog nieuw. Kleuters krijgen dan de gelegenheid om te wennen en te verkennen. Daarnaast wordt er ook een aanbod gedaan vanuit meerdere leerlijnen. Denk daarbij aan het herkennen van letters, het tellen tot 10, kleuren en vormen kunnen herkennen, begrippen als links en rechts kunnen gebruiken, zelfstandigheid, ordenen van hoeveelheden en meer. Dit aanbod wordt op speelse wijze aangeboden aan de gehele groep of in een kleinere kring. Na het aanbod verwerken de kinderen de leerstof door een gerichte opdracht op niveau. Daarbij observeert en registreert de leerkracht de vorderingen van het kind.
We werken met twee kleutergroepen 1-2. Dit betekent dat in een kleutergroep kinderen zitten, die net vier jaar zijn geworden, maar ook kinderen die al zes jaar zijn. Dit is een bewuste keuze. Jongste kleuters kunnen immers veel leren van oudste kleuters (en andersom)!
In groep drie begint ‘het echte leren’. In de kleutergroep heeft het kind al kennis gemaakt met letters en cijfers. Het aanbod wordt in groep drie voortgezet. Na het aanbieden van alle letters (en de bijbehorende klanken) wordt er geoefend om steeds 'vlotter en nauwkeuriger’ te lezen. Dit krijgt in groep vier nog een vervolg. In groep drie wordt vooral ingezet op rekenbegrippen en eerste sommen tot tien. In groep vier wordt dit uitgebouwd tot de eerste sommen tot 100. In de groepen drie en vier is naast het lezen en rekenen natuurlijk veel ruimte voor spelen, beweging en een creatief aanbod.
In de groepen 5 en 6 worden de basisvaardigheden verder uitgewerkt. Begrijpend lezen en het toepassen van spellingsregels worden belangrijker. Het automatiseren van rekensommen vraagt opeens meer tijd. Ook de wereldoriënterende vakken krijgen een duidelijkere plek binnen het aanbod. De wereld van het kind wordt 'groter’ en het ‘toepassen van regels en denkstappen’ (inzicht) wordt belangrijker. Daarnaast gaan de kinderen in groep vijf deelnemen aan de talentateliers en wordt er intensiever gebruik gemaakt van de schooltuin. Natuurlijk is er ook ruimte voor spel, creativiteit en bewegingsonderwijs. De eigen verantwoordelijkheid van kinderen wordt steeds groter. De kinderen krijgen hun eerste huiswerk mee. Hiermee leren ze hun werk te plannen en te verantwoorden.
In de groepen 7 en 8 wordt veel leerstof herhaald en verdiept en wordt steeds meer gericht op het ‘toepassen’. Dit geldt zeker voor taal en rekenen. Het technisch lezen krijgt minder aandacht, maar leesbegrip krijgt juist meer aandacht! De basisvaardigheden worden steeds meer gebruikt bij presentaties, werkstukken en keuzewerk. Verder blijft er ook veel tijd over voor ‘leuke’ dingen. In groep acht wordt toegewerkt naar het afscheid van de basisschool. Een spetterende musical op een groot podium in de schouwburg is hierbij – naast het kamp – zeker een van de hoogtepunten.
Al in groep 7 krijgen kinderen een ‘voorlopig advies’ voor het voortgezet onderwijs. Dit advies is gebaseerd op opbrengsten in de afgelopen jaren, werkhouding en motivatie, aangevuld met wensen en voorkeuren van ouders en kind. In groep 8 volgt het definitief advies en in februari de doorstroomtoets om dit advies te bekrachtigen.