Ons onderwijs

 

Algemeen

De Vullerschool is een openbare dorpsschool in Gorssel, een prachtig ‘groen’ dorp tussen Deventer en Zutphen met ongeveer 250 leerlingen verdeeld over 10 groepen. De Vullerschool richt zich op brede ontwikkeling van kinderen. De school geeft daarbij specifieke aandacht en inhoud aan talentonderwijs, natuuronderwijs, vaardigheden en sociaal-emotionele ontwikkeling binnen een veilige en uitdagende leeromgeving.

De Vullerschool is een openbare school waar iedereen welkom is. Dit betekent dat onze school open staat voor iedereen met respect voor ieders culturele en/of levensbeschouwelijke achtergrond. 

Hierbij zijn de volgende kenmerken belangrijk:
⦁    Pluriformiteit, dat wil zeggen dat er ruimte dient te worden geboden aan de verschillende godsdienstige en levensbeschouwelijke opvattingen die er in onze samenleving bestaan.
⦁    Emancipatie en tolerantie, dat wil zeggen dat in de openbare school de principiële gelijkwaardigheid van opvattingen wordt gegarandeerd.
⦁    Algemene toegankelijkheid:  een openbare school weigert geen leerlingen op grond van afkomst of overtuiging.
⦁    Godsdienst- en vormingsonderwijs - de openbare school moet gelegenheid geven voor het volgen van godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk onderwijs.

Basisvaardigheden 

Rekenen, taal, begrijpend lezen en spelling zijn samen met Burgerschap belangrijke basisvakken. Bij deze vakgebieden maken we gebruik van moderne en gecertificeerde methoden. Met deze methoden realiseren we in groep acht voldoende tot hoge opbrengsten. Daar zijn we trots op!
De methoden gebruiken we niet alleen maar klassikaal. Met de gebruikte methoden kunnen we op niveau werken. Zo zijn er moeilijkere verwerkingsmogelijkheden voor snelle en sterke kinderen, maar ook concretere en praktische verwerkingsmogelijkheden voor kinderen die het nog moeilijk vinden.
De instructies zijn effectief en krachtig door het hanteren van een vast, doordacht instructiemodel, waarbij kinderen de gelegenheid krijgen om door ‘geleid te oefenen’ de leerstof te begrijpen en toe te kunnen passen.
De leerkrachten van de hogere groepen werken hierbij soms groepsdoorbrekend om de leerstof meer ‘op maat’ te kunnen aanbieden. 
Vanaf groep vier bouwen we het digitaal verwerken op. Bij het digitaal verwerken van opdrachen krijgt het kind meteen feedback op het gegeven antwoord. Ook kan de leerkracht tijdens het verwerken zien welke onderdelen van de verwerking goed of minder goed gaan. De leerkracht kan vanuit dit overzicht meteen bijsturen of besluiten tot extra of verlengde instructie. 
Naast rekenen, taal, spelling en begrijpend lezen wordt steeds meer van scholen verwacht dat ze ook actief aandacht besteden aan Burgerschap. Binnen dit vakgebied leren kinderen hoe ze als ‘goede burger’ kunnen functioneren in de maatschappij (van morgen). Naast kennis over staatsinrichting, politiek en maatschappij komen ook thema's als discriminatie, omgaan met verschillen, seksuele geaardheid en meedoen in de maatschappij aan de orde. Het aanbod Burgerschap wordt tevens versterkt door een aantal concrete acties van kinderen. Denk daarbij aan het meedoen aan de actie Kinderpostzegels, het goede doel van de jaarlijkse Kidsrun, de jaarlijkse bloembollenactie en andere doelen. Daarnaast worden er planmatig excursies (o.a. oorlogsmonumenten, bezoek moskee, museumbezoek) uitgevoerd.

Wereldoriënterende vakken

Voor de vakken aardrijkskunde, geschiedenis, natuur en techniek gebruik we nog afzonderlijke methoden. Steeds vaker werken we thematisch. Vanuit beleving en eigen leervragen worden dan thema's aangeboden, die aspecten van aardrijkskunde, natuur en techniek of geschiedenis hebben. In de komende jaren gaan we het aanbod van thematische wereldoriëntatie verder uitbouwen
 
 
Een mooi voorbeeld van een thematisch aanbod is ons natuuronderwijs. Meerdere doelen vanuit de leerlijnen van methoden bieden we niet meer schriftelijk in de klas aan, maar worden vanuit ervaring aangeboden op de schooltuin. In de nabijheid van de school beschikken we over 1500 m2 tuin. De kinderen hebben hier een eigen stukje grond, waarop ze zelf groente en andere gewassen kunnen verbouwen. Na het oogsten worden de opbrengsten van de tuin verwerkt in kooklessen in de klas. De oudere kinderen bezoeken de schooltuin regelmatig en werken dan aan doelen van natuuronderwijs. Daarnaast wordt er gewerkt aan andere doelen, zoals het rekenonderwijs (o.a. hoogte van een zonnebloem meten, de oppervlakte van een stuk grond berekenen).

 

Bewegen

Beweging is voor kinderen belangrijk. Ze verkennen daarbij eigen grenzen, leren samen te werken, meten zich met anderen en ontwikkelen sportiviteit. Daarnaast is bewegen natuurlijk gezond voor lijf en geest en helpt het kinderen bij de groei en ontwikkeling van hun lichaam. 
Het geven van goede lessen bewegingsonderwijs is duidelijk een andere uitdaging dan het geven van een rekenles. Daarom hebben we ook gekozen voor de inzet van een vakleerkracht bewegingsonderwijs. Deze specialist geeft tenminste tweemaal per week les aan de groepen drie t/m acht. De bewegingslessen aan kleuters worden wel door de eigen leerkracht gegeven. 
Binnen ons onderwijs vinden we de variatie in het leren belangrijk. Het schriftelijk verwerken wisselen we dan ook regelmatig af met actief spel en bewegen. De kinderen zijn meerdere keren per week buiten op het plein aan de slag met taal- en rekenopdrachten in de vorm van een sportieve spelopdrachten. Zo oefenen onze leerlingen de leerstof, terwijl ze plezier maken en lekker in beweging zijn! 
 


Vaardigheden

Naast kennis worden vaardigheden en strategieën steeds belangrijker. In een steeds sneller veranderende wereld is het immers belangrijk om snel te kunnen inspelen op ontwikkelingen. Vaardigheden als samenvatten, coöperatief leren, samenwerken, (leer)vragen stellen, verschillende soorten teksten kunnen hanteren, studievaardigheden, computervaardigheden, een werkstuk maken, grafieken kunnen lezen e.d. komen dan ook terug binnen ons onderwijs. Soms worden vaardigheden methodisch aangeboden met de methode ‘Blits’. Vaak zitten vaardigheden ook ‘verborgen’ tijdens instructies en verwerkingen van verschillende vakken.

 

Sociaal-emotionele ontwikkeling

Door het geven van de Kanjertraining in alle groepen, leren de kinderen positief over zichzelf en anderen te denken. Tevens krijgen kinderen inzicht in eigen gedrag, het aansturen van eigen gedrag en gevolgen van gedrag.  De kinderen leren hierdoor hoe zij goed om kunnen gaan met anderen. Ze leren vol zelfvertrouwen, als een Kanjer, in de wereld te staan.
 
Het belangrijkste doel is dat een kind positief over zichzelf en een ander leert denken. Als gevolg hiervan heeft het kind minder last van sociale stress. Ook op langere termijn is dit effect merkbaar. Het blijkt dat veel kinderen na het volgen van de Kanjertraining zich beter kunnen concentreren op school en betere leerresultaten behalen. De verklaring hiervoor is eenvoudig: de Kanjertraining geeft kinderen handvatten in sociale situaties en daardoor komt tijd en energie vrij.

Binnen de Kanjertraining worden kinderen geconfronteerd met de gevolgen van hun gedrag. Deze informatie krijgen ze van hun klasgenoten en indien nodig van de leerkrachten. Kinderen leren dat je gedrag kunt veranderen en zelf kunt beïnvloeden.

Talent

Talentontwikkeling gaat over de houding en veerkracht van kinderen en leerkrachten. Als je weet wat je kan, als je in staat bent om je kwaliteiten te benutten en deze kunt inzetten ten behoeve van anderen, dan sta je vol zelfvertrouwen in de wereld van vandaag en morgen. Deze wereld vraagt naast zelfvertrouwen ook een nieuwsgierige, kritische en ondernemende houding die je steeds weer wijzer maakt.
 
 
Dit zijn dan ook stuk voor stuk belangrijke kwaliteiten en vaardigheden die wij kinderen willen helpen ontwikkelen. Binnen Talentateliers kunnen kinderen kiezen voor een specifieke activiteit, gedurende blokken van ongeveer zes weken. Hierbij valt te denken aan toneel, schilderen, bewegen op muziek, boksen, fotografie, programmeren, boerderij en vele andere, wisselende activiteiten. Tijdens de uitvoering van de ateliers worden kinderen bevraagd op waarom de keuze ‘passend is’ en wat ze ervan leren (cognitief en vaardigheden).